Lieven woont midden in het groen, met een reusachtig grote, lekker wilde (deels verwilderde) tuin. Veel ruige hoekjes, dood hout, bosranden, een grote vijver met moeraszone, ruige graspartijen,… Een plek waar veel te verwachten valt, zelfs al ligt de tuin tegen Gent aangeplakt. 58 Soorten vingen we. Niet slecht omdat we pas begonnen determineren om 9 uur, en er al sommige soorten rond de val de beschutting van het bos hadden opgezocht. Enkele zeldzamere soorten waren Plat beertje en Zwartvlekgranietmot. Veel mooie spanners ook. Maar de blikvanger van de ochtend was ongetwijfeld de dagactieve Hoornaarvlinder, één van de wespvlinders. Collega mottenvanger Griet had voor de gelegenheid feromonen mee waarmee mannelijke wespvlinders worden gelokt. Eerst scheen het geen succes te worden, maar dan dook er plots een prachtig exemplaar op die minutenlang rond mijn hand bleef fladderen. Ik had de geurstof (een soort rubber plugje ter grootte van een pinknagel) maar even aangeraakt, maar blijkbaar werken miniem kleine hoeveelheden al. Na enkele minuten konden we 3 exemplaren bewonderen. Lieven (en wij allemaal) vonden het fantastisch.
Plat beertje
Hoornaarvlinder in een wijnglas
Lieven test zijn nieuwste lens uit (foto Griet Nijs)
Hoornaarvlinder (foto Griet Nijs)