Het stad is van iedereen, en ook nachtvlinders zijn welkom. Dat bleek uit de vangst in de tuin van de burgemeester. Liefst 40 soorten. Voor een tuin op een van de drukste invalswegen naar ’t stad, op een boogscheut van de ring en de E34, is dat behoorlijk veel. Maar de tuin is dan ook een echte groene oase met prachtige solitairbomen, die wellicht ooit deel uitmaakten van het Rivierenhof, wist burgemeester De Wever te vertellen. We troffen redelijk wat micro’s aan in de tuin; twee derde van alle gevangen soorten. Dat kan betekenen dat vele macro’s niet zo snel de stad uitkiezen om zich te vestigen of om over te vliegen (en zich en passant te laten vangen), en dat micro’s in de cluster van enkele buurtuinen -samen een groene long van een halve hectare- genoeg kwaliteit vinden om zich te vestigen. De meest voorkomende soort in de tuin van De Wever: de buxusmot, een Aziatische exoot die sinds enkele jaren onze Vlaamse tuinen inpalmt en (veel) schade kan veroorzaken.
stipjesbladroller
Bart De Wever signeert de mottenbak
buxusmot
bastaardwederikpeulmot