In deze eerder kleine, maar gezellige tuin onder de kerktoren in het landelijke Pajottenland was het eind augustus afwachten wat we zouden vangen. Weinig bossen of natuurgebieden in de omgeving, laat op de zomer, en niet bepaald een verwilderde tuin met nachtvlinderambities.
En een kwartier voor zonsopgang bleek de kat des huizes al (of: nog steeds) voor de val op wacht te zitten, op zoek naar leuke speeltjes, wat motten voor de meeste katten toch blijken te zijn. Motten en katten; een combinatie die meestal niet goed uitdraait.
In de lichtbak zaten 37 soorten, wat redelijk binnen de verwachtingen viel. De gewone huis-, tuin- en keukenmotten waren goed vertegenwoordigd: zwarte-c-uil, enkele soorten grasmotten (zilverstreep, blauwoog,…), groente-uil en best veel paardenbloembladrollers. Eén zeldzaamheid; een roodstreepspanner, het 5de geregistreerde exemplaar dit jaar in Vlaanderen.
roodstreepspanner
appeltak
berkeneenstaart
